Dit is wat ik nodig had, een fietstochtje naar de stad. Helemaal alleen. Even vluchten van het gevoel dat me toch naar hier is gevolgd achter op mijn fiets.
Gisteren was er rust in mijn hoofd, maar vandaag voelt het vol. Ik krijg geen grip op mijn gedachten. En terwijl ik het gewicht achter op mijn fiets voel besef ik dat dat het net is. Dat ik vandaag geen grip heb.
Geen grip op mijn gezondheid, want sinds ik zo ziek was eind maart kwakkelt die de hele tijd. Vanochtend werd ik weer wakker met die spierpijn die me twee weken terug tergde en waarvan ik dacht dat ze weer voorbij was. Geen grip op Emil die, nu hij weer naar school mag, al de waarschuwing kreeg van zijn juf dat als hij zich morgen niet herpakt hij huiswerk mee naar huis krijgt. Geen grip op het werk omdat ik wegens verplichte technische werkloosheid zo weinig dagen moet presteren dat ik gewoonweg niet alles rond krijg en het gevoel heb in cirkeltjes te blijven draaien.
En dan is er dat hele ‘nieuwe normaal’ nog, waar ik helemaal niets normaal aan vind.
Op de kade van de Schelde laat iemand een vlieger op. Ik zie hem vrij en zonder grip bewegen op de grillen van de wind. Ik besluit mezelf ook vrij te laten en laat de wind mijn hoofd leeg waaien.
Ik fiets verder en voel het gewicht achteraan wat lichter worden.