Zaterdag:
Fietsen doorheen een ontwakend Antwerpen. De kathedraal zien die tegen een lichtblauwe achtergrond in mist gehuld is. Stofjes kopen. Over een nog (relatief) lege Meir fietsen zonder achteloze voetgangers onderuit te scheppen. Naar de bakker gaan en de geur van vers gebakken brood inademen. Thuiskomen en lekkere koffiekoekjes eten. Achter de naaimachine gaan zitten en mijn allereerste creatie maken. Glunderen van trots.
Met de fiets vertrekken naar mijn ex-collega’s en gezellig bij elkaar zijn in de meest ongezellige gezellige ruimte die er bestaat. Met de fiets, en lichtjes beschonken dankzij ex-collega’s, vertrekken naar vrienden in gezellig Marrokaans restaurantje. Naast het lief gaan zitten, lekker eten, wijn drinken, praten. Het leven is mooi.
Zondag:
Lekker lang slapen. In de auto springen en bevestigen dat de weerman gelijk had toen hij zei dat zondag een mooie, zonnige dag ging worden. Naar Tervuren rijden. Met het lief terechtkomen in een bommabrasserie en een dagmenu bestellen (dagsoep – Vol-au-vent – dessert). Beseffen dat we toch geen zin hebben om lang aan tafel te blijven zitten. Wandelen in de zon en genieten van de herfstkleuren in de bomen. Museum bezoeken. Thuiskomen en pannenkoeken maken. Het leven is mooi.
Maandag:
Vroeg opstaan. Met de fiets vertrekken. Het is koud. Achter de computer gaan zitten. Dingen doen om geld te verdienen. Werken. Het leven lijkt plots zo mooi niet meer…
Herkenbaar?