Brief aan mijn dochter

Lieve Marie,

Negen maanden ben je vandaag. Dat zijn negen maanden in en negen maanden uit mijn buik (want je werd geboren een dag na de uitgerekende datum). Het zijn negen maanden die voorbij zijn gevlogen. Soms knipper ik met mijn ogen en zie ik daar opeens een baby in mijn zetel zitten, alsof ik nog niet goed besef dat je in ons leven bent. Toch heb je al een onuitwisbare indruk nagelaten en zorg je er al negen maanden voor dat ik me enorm compleet voel.

Je zorgt (sorry dat ik het zeg lieveling) ook wel voor een gigantische vermoeidheid bij je mama en papa. Sinds je geboorte elke nacht minstens 2 keer wakker gemaakt worden wegens een hongerke, een goestingske of een weggekatapulteerde tut, begint zo langzaamaan zijn tol te eisen. Overdag doe je trouwens probleemloos twee dutjes, zonder protest. Naar boven, slaapzak in, armpjes naar boven, hoofdje opzij en je bent vertrokken. Er ontsnapt je nog net geen zucht van opluchting dat je eindelijk in je bed wordt gelegd (correctie, ons bed, want je eigen bed blijft voorlopig nagenoeg onbeslapen). Je broer deed het andersom. Die sliep al snel door doorheen de nacht, maar werd overdag behoorlijk chagrijnig als we hem in bed durfden leggen. Ik kan eerlijk gezegd niet zeggen welke van de twee de meest gunstige situatie is, maar ik neig toch eerder naar het ’s nachts doorslapen, lieve schat. Onze dagen hebben toch niet meer echt een rustpunt sinds je broer besliste om geen middagdutjes meer te doen.

We mogen je broer en jou eigenlijk niet vergelijken, maar onbewust (of bewust) doen we dat toch. Dan horen we onszelf dingen zeggen als “Emil stond op deze leeftijd al recht aan de salontafel.” Ja, jouw broer stond op 8 maanden al recht aan de salontafel. Emil zette volop in op zijn motorische ontwikkeling. Jij bent daar niet echt in geïnteresseerd. Jij bestudeert liever gedetailleerd je speelgoed, kledij of de afstandsbediening. Als ik kook zet ik je op een speeltapijt met je speelgoedmand dichtbij en ik hoor je niet meer tot het tijd is om aan tafel te gaan zitten. Als ik dan even naar je kijk, zie ik dat schattige babygezichtje doodserieus de inhoud ervan inspecteren, terwijl je met je handje doorheen je spullen graaft.

 

Je broer kon zich als baby niet lang op hetzelfde concentreren, dus speelgoed was vooral goed als testmateriaal voor de zwaartekracht. Voor jou kochten we zelfs nog speelgoed bij omdat we daar nu eenmaal niet zoveel van in huis hadden wegens die ontbrekende interesse bij Emil. Nu ik erover nadenk kan je broer zich nog steeds heel moeilijk lang op hetzelfde concentreren. Als hij speelt begint hij met het uitladen van zijn auto’s, staat 5 minuten later tomatensoep met cully klaar te maken in zijn keukentje, komt dan eens voorbij gesjeest op zijn fiets, om dan te eindigen onder een berg kussens en dekentjes in de zetel. En dat allemaal binnen hetzelfde kwartier.

Jij vindt het overigens fantastisch om hem daarbij te observeren. Als jij in het park, op mijn schoot of tussen je speelgoed zit en hij komt voorbij op zijn fiets, is het altijd lachen geblazen. Als wij voor hem uit de trap afkomen met Emil achter ons, is het altijd gieren. Alleen jouw broer krijgt jou hardop aan het lachen. Iets wat jouw papa en mij nauwelijks lukt. Wij krijgen alleen die heerlijk brede glimlach van jou, of hoogstens een kleine giechel.

Foto’s van jou en je broer samen hebben we jammer genoeg nog niet zoveel. Niet alleen omdat je broer nooit lang stilzit, maar ook (en dat moet je niet te persoonlijk nemen) omdat hij nu eenmaal nog niet echt in je is geïnteresseerd. Hij kan lief zijn tegen jou en komt je soms spontaan een speelgoedje geven of iets tegen je zeggen. Vaker negeert hij je gewoon, of als mama en papa te veel met jou bezig zijn, kan het wel gebeuren dat hij je op je hoofd slaat of aan je armen trekt. Jouw blik van ongeloof en je triestige mondje op dat moment breken mijn hart keer op keer. Hij zal je wel leuker vinden als je binnenkort wat mobieler wordt en hij je mee op sleeptouw kan nemen doorheen het huis. Al raad ik je aan om niet te veel aan zijn speelgoed te gaan zitten…

 

Ik kijk ernaar uit om je te zien kruipen binnenkort, maar ook weer niet. Dat zou betekenen dat we nog meer ogen op onze rug moeten kweken. Maar het betekent ook dat mijn kleine baby’tje groot wordt en dat moet allemaal niet te snel gebeuren. Als je weet waar je pauzegroeiknop staat mag je me die straks even aanwijzen.

Lief Marieke, mijn ongelooflijk leuke meisje met de mooie ogen, je maakt ons leven rijker, drukker, vermoeiender, warmer, rommeliger en zoveel leuker. Als je enthousiast bent over iets beginnen je voetjes als eerste rond te draaien. Dus blijf maar lekker draaien met die voetjes en doe voort zoals je bezig bent, dan wachten ons nog veel mooie dingen. Alleen misschien… een beetje beter slapen s’ nachts?

2 thoughts on “Brief aan mijn dochter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *