De kinderen wilden gaan zwemmen, dus nam ik hen in een nostalgische bui mee naar het zwembad waar ik als kind ook naartoe ging.
Als we gingen zwemmen was dat inclusief kleffe koffiekoeken die we met natte handen en omwikkeld in onze handdoek opsmulden op onze witte plastic stoel. Om daarna weer te verdwijnen in de golven van het golfslagbad. Ik deed alsof ik de kleine zeemeermin was en gleed gesteund op mijn handen door het ondiepe water.
Nu, 25 jaar later, is er weinig veranderd. Het zwembad ziet er hetzelfde uit. De akelige clown houdt nog steeds de wacht in het kleuterbad, het water van het buitenbad is nog altijd even koud. De schuifaf vermomd als reuzeslak komt me bekend voor en over alles hangt een zweem van die goeie ouwe jaren ’90. De koffiekoeken die ik daarstraks kocht bij de bakker smaken even klef en even lekker. Mijn dochter doet alsof ze een zeemeermin is in het ondiepe water.
De tand des tijds heeft wel zijn slag geslagen. De stoelen in het bubbelbad zijn niet meer zo effen geel als ze ooit waren en hier en daar zie ik sporen van verval. Het zwembad is minder groot dan het vroeger was.
En hier ben ik, de zeemeermin die benen heeft gekregen, maar nog steeds graag doet alsof.