Een beetje op goed geluk reden we naar de Westkust van Zweden. We hadden kort iets gelezen over de kliffen van Hovs Hallar, maar wisten niet goed wat daarvan te verwachten. De rotsachtige kustlijn bleek indrukwekkender dan verwacht en hoewel we Marie de hele tijd moesten dragen over steile paadjes (draagzak vergeten thuis…) was het de lange autorit meer dan waard. We hebben al wel door dat wandelen deze vakantie een beetje taboe is voor Emil, dus hebben we gewoon eventjes op de rotsen bij het water gezeten om eens goed uit te waaien. En deden een paar (mislukte) pogingen om een familieselfie te maken…
Aan de parking was er een hotel/restaurant waar we op Zweedse wijze van smörgåsbord (buffet) deden. Emil was goedgezind vandaag, maar Marie had het lastig. Voordat we vertrokken had ze nog vaccinaties gekregen en ze had (daardoor?) vandaag een beetje koorts. Op het terras van het restaurant liet ze goed van zich horen tot ze uiteindelijk, niet van haar gewoonte, van pure vermoeidheid in mijn armen in slaap viel. Soms vragen we ons af of het wel een goed idee was om met twee kleine kinderen op vakantie te gaan, want het is toch veel gedoe allemaal en echt rustig genieten zit er voor ons nu eenmaal niet in. Maar dan beseffen we weer dat dat gedoe thuis niet anders zou zijn. En thuis heb je niet zo’n mooie vergezichten…
Emil wou nog graag in het zand spelen met zijn emmertje en schepjes, dus reden we nog door naar Torekov, een piepklein kustdorpje met een haventje en een paar gezellige straatjes vol kleine huisjes. Ik blijf me erover verbazen hoe eenvoudig die Scandinavische dorpjes wel niet kunnen zijn. Dat is ons enkele jaren ook al opgevallen toen we op vakantie waren in Finland. Gewoon wat huisjes bij elkaar, 1 restaurantje, maar nergens een bakker, slager of winkeltje te bespeuren.
Op onze laatste dag in Zweden gingen we nog naar Malmö, de grootste stad hier in Zuid-Zweden (wie The Bridge heeft gezien, heeft er wellicht al eens van gehoord). We waren echter allemaal erg moe, Emil wou weer niet zelf stappen en het begon ook nog eens te regenen. Dus deden we een kort toertje, kocht ik een Engelstalige pocket om leesvoer te hebben op de (korte) kinderloze avonden en twee grote theetassen in de Lagerhaus. Aangename stad om eens een terrasje te doen of zo, maar dat lieten we deze keer dus aan ons voorbij gaan.
Observaties
- De grotere wegen hier in Zweden zijn niet (of heel zelden) voorzien van fietspaden en de kleinere straten zijn onverharde, fietsonvriendelijke kiezelwegen. Fietsers worden op een weg waar de auto’s 80 km/u rijden op een smal strookje aan de zijkant van de weg gedwongen.
- De mensen hier houden van hun land. Of van vlaggen, dat kan ook. Als je langsheen de her en der verspreide rode boerderijen rijdt, zie je nagenoeg altijd een Zweedse wimpel aan een vlaggenstok wapperen.
- We zien hier dikwijls roofvogels boven de velden zweven. F. zegt dat het een rode wouw is. Ik geloof hem.
- Onze kinderen passen goed tussen het Scandinavische volk. In België krijgen we vaak opmerkingen over hoe blond onze kinderen wel niet zijn terwijl we beiden zelf bruin haar hebben. In de speeltuin valt Emil ook altijd goed op met zijn wittekop. Hier in Zweden zijn nagenoeg alle kinderen zo blond, dus wij voelen ons hier al helemaal thuis.
Kindvriendelijk?
Nope, niets nieuws onder de Zweedse zon.
Prachtige foto's hoor…' t is daar toch mooi hé 😍
Emil verbaast me wel…hij stapt toch meestal graag…nu Ja, zoals je zegt..thuis heb je die verblindende landschappen niet 😉
Ook gemerkt in Torekov dat 'de badjas' het strandaccessoire is van de mondaine Zweed (voor zover het daar mondain is)? In de auto, op de fiets, groot en klein. Bijna allemaal lopen ze daar gewoon in hun badjas rond.
Haha ja, dat is zo!! Ik wou dat inderdaad nog in mijn blog verwerken, maar ik was het dan vergeten. Wij hebben daar ook vele badjassen zien rondlopen! 🙂