Terwijl zijn zus aan het oefenen is om te kruipen, breidt Emil zijn woordenschat elke dag uit en maakt hij hoe langer hoe meer volwaardige zinnen. Soms antwoordt hij niet als ik hem een vraag stel, soms antwoordt hij iets onsamenhangends, maar soms kan ik ook al echt een gesprek met hem hebben. Zo vertelde hij me deze ochtend dat Aurore (een meisje van zijn klas) was gevallen op de trein op de speelplaats en dat ze pijn had aan haar neus. Dat haar mama haar op dat moment een plakker kwam geven (dixit Emil) lijkt me twijfelachtig, maar kom, daar gaan we niet over zeuren. Wat zegt die kleine man van ons nog zoal? Een overzichtje van de voorbije maanden:
- ‘Ik vind dat niet mooi‘. Marie was aan het wenen in de auto.
- ‘Mama dat lekker. Ik ook. Ech waar Majie!‘ Emil laat de hagelslag zien aan Marie.
- ‘Ik sjocolaatje eten mama? Dat mag van papa.‘ (Papa weet van niets.)
- ‘Hier ben ik! Ik ben met de auto gekomen!‘ (Vanuit de keuken, nvdr).
- ‘Wat heet die naam?‘ Bijna juist.
- ‘Papa mag niet aan jouw oojbelletjes komen. Ik ga heel boos worden!‘ Papa is gewaarschuwd.
- ‘Mama, jij moet met de auto gaan. Papa moet met de bus gaan. Afgesproken?‘ Emil dicteert ons hoe we naar ons werk moeten gaan.
- ‘Jij hebt protje gelaten? Ik ruik dat. Echt vies.‘ Schuldig…
- ‘Papa, ik bent terug thuis!‘ Nadat hij met oma en opa naar zee is geweest.
- ‘Nee Majie, jij mag niet aan mijn sloefjes komen!‘
- ‘Pas op Menno, ik kom eraan!‘ Nadat ik hem zei dat de kat geschrokken was van hem.
- ‘Ilay heeft mij pijn gedaan aan mijn boterham. Hij heeft een gat gemaakt met zijn vinger.‘ Wat gebeurt daar toch allemaal in die school?!
- ‘Wie woont in dat kasteel?‘ We reden voorbij het Sportpaleis.
- ‘Dit zijn de huisjes van de bomen. Die mag je niet opeten.‘ Emil zoekt een excuus om zijn selder niet op te eten.
- ‘Wat ga je vandaag doen op school?‘
‘Eum… pipi doen, fruit eten en buiten spelen‘. Een kleuter moet zijn prioriteiten kennen…
Dat mag van papa. Dat is al snel! 😉
Za-lig! Ik lig hier dubbel van het lachen. Petepetoetie toch!!!