Het is zover, we zitten met een copycat in huis. Marie is intussen bijna 20 maanden oud en helemaal verslingerd aan haar broer. Alles wat hij doet, doet ze ook. Hij is aan het kleuren, zij moet ook een potloodje hebben. Hij rent door het huis, zij rent hem achterna. Hij gilt, zij volgt 5 seconden later met een minigilletje (oefen daar vooral NIET op zou ik zeggen …). Hij kruipt als een hondje over de grond, zij mee op handen en voeten. Hij kijkt tv, zij gaat gezellig naast hem zitten en trekt, bij gelegenheid, zelfs een dekentje over hen heen. En altijd maar kijken naar hem. ‘Wat doet hij nu? Waar gaat hij naartoe?’. Het zorgt soms ook wel voor gevaarlijke situaties, want Emil kan natuurlijk al meer dan zij en zijn favoriete kattenkwaad is lopen en springen in de zetel. Voer voor menig bijna-hartstilstand.
Haar broer laat hem de aandacht goed gevallen en praat tegen haar met een hoog stemmetje. “Marieke, kom eens hier!”, roept hij dan en zij staat meteen aan zijn zijde. Ik denk dat hij nu eindelijk het potentiële plezier van het hebben van een zus begint in te zien. Tot voor kort was die zus voornamelijk een obstakel in zijn vlucht door het huis, dat altijd afpakte wat van hem was. Hoewel het afpakken weliswaar langs beide kanten een constante blijft, begrijpt die zus nu veel meer en al heeft ze nog niet de woorden om alles te benoemen (buiten wat dierengeluiden en basiscommando’s komt er nog niet veel uit) vormt ze al wel een goede bondgenoot.
Ik zal niet beweren dat Emil als grote broer het ideale rolmodel is (hij weet zijn van nature rustige zus nogal op te jutten) , dus wij kijken ernaar en kunnen alleen maar denken “Als dat maar goed komt…”. Maar dan zie ik ze daar samen zitten, of hand in hand lopen en dan zwelt er vanbinnen iets op. Ik denk dat het mijn hart is.
Mooi!
Bedankt. 🙂
Heel mooi verwoord !
Mooi gezegd!
Hier is het de jongste die de oudste oppept om kattenkwaad uit te halen (4 en 2,5 zijn ze), maar even goed ook dikke vrienden om samen zootropolis te kijken 😉
Ah, het kan dus ook omgekeerd! 🙂